afb. Ed Hupkens, 2 augustus 2007
Tussen Sint-Jorisstraat 14 en 16 ligt een onbenoemd steegje. In dit steegje is een dubbele poort aangebracht, die deel uitmaakt van de gevel van pand nr. 16. Na drie meter wordt het afgesloten met een ijzeren hekwerk. Het is over een lengte van tien meter overbouwd; daarachter ligt een binnenplaats. Vervolgens komt er een doorgang van een huis met daarachter een open terrein aan de Binnendieze (Korte Vughterstroom) en tevens de grote, glazen achterzijde van het Stadskantoor. Het huis waarin het steegje zich bevindt, had vroeger de naam 'Den Roeland'. Het steegje behoort tot het middeleeuwse stratenpatroon. Vóór 1939 ontsloot het werkplaatsen, pakhuizen en een aantal kleine woningen. In 1939 vond hier een grote instorting van een woning plaats. In pand nummer 14 vestigden zich later de drukkerij en kantoren van de Katholieke Illustratie. Via het pand op nummer 12 kon men in de 17e eeuw een achterliggende sluipkerk bereiken met de devote naam Bidplaats der Zeven Weeën. Die schuilkerk was ook bereikbaar vanuit het pand aan de Vughterstraat met nummer 54. Links van de dubbele poort aan de Sint-Jorisstraat 14 en 16 is een gevelsteentje aangebracht met een tekst van Domien van Gent: 'Gaoi mar rechtdeur'. Deze Domien van Gent was in de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw een promotor van Brabantse kunst en pleitbezorger van het Bossche dialect. In een muur van een pand aan het onbenoemde steegje bevindt zich, naast een plaquette met Sint-Joris en de draak, nog een tekst van hem: 'Wè denkte'. |